Als trompettist
verdiende mijn man erg weinig. Noodgedwongen had hij daarom een triljoen
jaar geleden de shoarmazaak van zijn vader overgenomen, waarin wij sinds
die tijd zowel werkten als woonden.
Of het nou door die wespensteek kwam,
of door zijn nieuwe dreadlocks durf ik niet te zeggen, maar drie maanden
geleden schreef hij plotseling aan de lopende band de meest smaakvolle
gitaarlicks.
Ode aan mijn man, want
door die picobello prestatie konden wij eindelijk ons multifunctionele
pand verlaten. Wij knepen er direct tussenuit en betrokken een safraankleurige
drive-in-woning met gewichtloze marokijnen centraleverwarmingsinstallatie.
Hele dagen dansen we daar nu de foxtrot, en voeren we vacuümverpakte
quiche lorraine aan onze teckel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten