Zonder nog om te kijken,
loopt ze bij het altaar vandaan. Het briefje stevig in haar hand geklemd. De
mensen in de kerk letten niet op haar, hebben waarschijnlijk niets gezien. Even
hadden ze elkaars hand aangeraakt en werd het allemaal heel werkelijk. Niet
zoals de dromen die ze de laatste weken had. Nee, dit was de realiteit. Dit was
de reden waarom ze zich twee jaar geleden op de stoep van het oude gebouw aan
de Willemstraat had gestationeerd. Niet weg was gegaan tot ze naar haar hadden
willen luisteren.
Even had ze de warmte van
zijn hand gevoeld, toen hij het briefje in die van haar drukte. Beheerst.
Buiten schijnt de zon. Er
zijn veel mensen op straat, allemaal op zoek naar iets anders. De kerkklok
slaat twaalf uur. Dat betekent dat ze allebei te vroeg waren. Uit haar handtas
pakt ze haar zonnebril en zet die op. Het briefje glijdt onopvallend de tas in.
Een man botst tegen haar aan als hij een foto wil maken van zijn gezin en
daarbij blindelings achteruit loopt. Het lukt haar om luchtig naar hem te lachen
als hij zich uitgebreid begint te verontschuldigen.
Ze moet naar het station nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten