Het komt. Het komt vanzelf.
De vrouw loopt terug naar de deuropening en reikt naar binnen.
Geen geluid. Geen getier. Alleen de gedekte tafel met de kristallen wijnglazen en zilveren kandelaar. De wijnkoeler aangeslagen, druppels op de fles.
Stilte.
Haar handtas leunt op het dressoir. Terwijl ze haar adem vasthoudt, waggelt ze langs de eettafel, voorbij de zithoek met de grijs leren bank, naar de pas geboende kast. Ze wendt haar hoofd af als ze langs hem loopt. Naast de tas liggen de sleutels van zijn BMW. Even zweeft haar hand er als een grijper boven en bijt ze op haar lip. Nee, het moet te voet. Dat is de enige manier. Ze pakt de tas en beweegt zich hobbelend naar de keuken.
woensdag 14 januari 2015
woensdag 7 januari 2015
Het lied van Emely
Tijd is vluchtig. Maar nu ik aan het bevallen ben van ons 22
weken oude dochtertje blijft iedere seconde kleven als een stroperige druppel
aan een kraan.
Het is onwerkelijk, het dringt niet helemaal tot me door.
Maar ik zeg tegen mezelf: let op, onthoud dit moment, het is alles wat je van
haar zult hebben.
Nadat de tweede
dosis 'medicijnen' is ingebracht door een veel te jonge dokter, wordt
mijn buik strak en verkrampt. Eén lange wee, zonder pauze. Emely is opeens niet
meer het drukke lijfje van weleer; ze beweegt nauwelijks. Soms denk ik haar te
voelen, maar het is mijn eigen verlangen dat me voor de gek houdt. Continu tast
ik mijn buik af, op zoek naar contact. We zijn van slag, zij en ik.
Abonneren op:
Posts (Atom)