maandag 23 december 2013

Oma Toos (uit: Timo & Ties)

Het is zes uur in de ochtend. In de Brederostraat nummer 54 in Rijen knipt oma Toos haar bedlampje aan. Ze pakt haar bril van het nachtkastje en zet hem op. Haar grijze krullen zitten platgedrukt tegen haar hoofd. Als ze opstaat uit haar bed, laat ze een luide scheet.
  'Dèr', zegt ze zachtjes.
  Ze moet er zelf om lachen. Daarna trekt ze een stijf gestreken jurk aan, met een kleurloos schort er overheen.
  Beneden staat Billy de vuilnisbakkenhond kwispelend op haar te wachten. Oma Toos geeft hem een klopje op zijn zwarte, borstelige vacht. Daarna pakt ze een bak en vult die met brokken. Billy's baard hangt in het eten terwijl hij de brokken opschrokt.
  Jaap de parkiet komt aangefladderd en landt op de grond naast Billy. Een kooi heeft Jaap niet. Dat is niet nodig, vindt oma Toos. Een bakje vogelzaad is ook niet nodig, Jaap kan prima mee-eten met oma Toos. Brood, aardappelen, fruit en groenten. Voorzichtig trippelt hij nu naar de bak met hondenbrokken. Hij houdt zijn kopje schuin. Maar Billy hapt naar de vogel, die verschrikt opvliegt.
  Oma Toos snijdt een appel. Jaap de parkiet gaat op de schillen zitten en pikt eraan. Als ze klaar zijn met eten, vliegt Jaap naar zijn lievelingsplekje bij het raamkozijn.

Dan gaat de deurbel.
  'Hemeltje', zegt oma Toos.

maandag 16 december 2013

Observeren

Voor een schrijfproject ben ik al een tijdje bewust mensen aan het observeren. Niet van achter een struik, of door een gat in een krant. Nee, gewoon spelenderwijs in het dagelijks leven. Het intrigeert me óf en zo ja, in hoeverre uiterlijkheden verbonden zijn aan bepaalde karaktereigenschappen.

De karakters uit mijn verhalen zijn over het algemeen geen geheim voor me. Maar hoe geef ik zo'n figuur behoorlijk gestalte? Hoe kan ik laten zien hoe iemand in elkaar zit?
  Natuurlijk door de manier van praten en handelen. Maar daarnaast speelt ook het uiterlijk een rol.

Hoe ruikt iemand, bijvoorbeeld. Maar ook, hoe klinkt iemand. En klinkt een persoon altijd hetzelfde. In wat voor houding staan mensen tijdens het praten. Kijken ze elkaar aan, luisteren ze werkelijk naar elkaar? Raken ze elkaar aan bij het praten, of draaien ze zich juist onbewust weg.
  Dit soort uiterlijkheden zou ik zelfs met terugwerkende kracht nog kunnen observeren. Hier heb ik voelsprieten voor.

Mijn observaties moesten zich dan ook gaan richten op de meer 'oppervlakkige' uiterlijkheden. Hoe verzorgd is iemand, welke kledingstukken worden gedragen, welke stof is favoriet. Hoe zitten de haren: keurig gekapt of iets te nonchalant?

zaterdag 7 december 2013

Schim

Vanaf de overkant van de tafel staart ze me aan. Haar ogen wijd open, zonder te knipperen. Mond strak dicht in een smalle streep, armen languit op tafel. Ze kan natuurlijk niets zeggen, maar haar boodschap is duidelijk: ik voldeed niet.

Ze liet me in haar huis, bracht me thee, zette me 's avonds een bord eten voor. En nu zit ze hier bij mij aan tafel. Tien jaar later, haar grijze haren nog altijd strak in een knotje bijeen gebonden. Zo flexibel als zijzelf. En ik vraag me ineens af hoe ik hier terecht gekomen ben. Terug bij het punt waarop het fout ging. Wat is er gebeurd? Het ging zo goed met me.

Moet ik iemand bellen? Mijn gsm hangt opeens zwaar in mijn broekzak. Zo onopvallend mogelijk beweeg ik mijn hand er naar toe. Een meter verderop zit ze, met haar bewegingloze grijns die me zo vaak deed twijfelen. Is het een lach, of barst ze bijna van de ergernis die ik bij haar opwek? Dikzak, denkt ze vast.

Ik knijp mijn ogen kort dicht en laat mijn schouders zakken. Rustig blijven nu. Hou je doel in de gaten. Ik schraap mijn keel.
  "Rita…", begin ik.
Haar grijns verbreedt zich, ze fronst haar wenkbrauwen en schudt met korte snelle bewegingen haar hoofd.

zondag 1 december 2013

National Novel Writing Month

NaNoWriMo
Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het niet heb gehaald. De doelstelling om in een maand 50.000 woorden aan één verhaal te schrijven bleek onhaalbaar. Niet zozeer door een gebrek aan inspiratie, maar vooral door het stellen van (verkeerde) prioriteiten. Want weten hoe het moet is een voorwaarde voor succes, een beetje inspiratie is zeer welkom. Maar de grootste uitdaging blijft voor mij het 'doen'. Gewoon gaan zitten, mijn hoofd leeg maken en de verhalen de kans geven om zich te manifesteren. Er zijn namelijk zoveel redenen te verzinnen om het niet te doen, schrijven. Om je dagen te vullen met tastbare bezigheden in plaats van zweverige doelstellingen.

Drama Tuijl
Ik schreef precies 11.226 woorden aan het drama Tuijl, zoals ik het verhaal in gedachten noem. Een verhaal dat al tijden op de achtergrond aanwezig was. Ik ken de karakters sinds jaren, weet wat er speelt, wat ieders rol is. Gek genoeg heb ik zelfs de plot al helder voor ogen. Zo schrijf ik normaal nooit. Meestal laat ik me verrassen, me meevoeren op de golven van de opeenvolgende gebeurtenissen.
  Dit verhaal toonde zich dus wezenlijk anders. Zo open, maar tegelijkertijd behoorlijk ongrijpbaar. Alsof de karakters zorgvuldig een gepaste afstand tot me bewaarden. Ik kreeg het de afgelopen jaren maar niet voor elkaar er echt in te duiken. Behoorlijk frustrerend. Zo'n sudderend verhaal schrikt andere verhalen af. Dus óf je laat me het verhaal vertellen, óf je laat me met rust. Er zit niets tussenin, wat mij betreft.