maandag 18 november 2013

NaNoWriMo: een fragment

Natuurlijk ziet ze ook wel dat Ben verrukkelijk kleine voetjes heeft. En wangen om te zoenen. Toegegeven, de zwangerschap was enorm meegevallen. Oscar had haar alles uit handen genomen, zodat ze meer tijd dan ooit tevoren had om te schilderen. Eerlijk gezegd waren de negen maanden omgevlogen. Het grootste deel van de dag stond ze er niet bij stil dat er een nieuw leven in haar groeide. Ze leefde zelf.
 Zolang ze 's avonds maar op de bank ging liggen met haar handen op haar buik, was Oscar volstrekt tevreden. Dan glimlachte hij gelukzalig naar haar. Die paar glazen wijn stond hij oogluikend toe. Dat ze in haar atelier haar eigen voorraad wodka had aangelegd, hoefde hij niet te weten.

Ach, de bevalling was een bijzondere ervaring. Het bracht zelfs extra inspiratie. Zodra Ben het moederschip verlaten had, was ze het liefst meteen opgestaan om de oneindige tinten rood te mengen. Schetsen waren niet nodig, de beelden spraken voor zich. Duidelijk, omlijnd. De kraamverzorgster hield haar echter in bed, ter voorkoming van een verzakking. Dat had heel plausibel geklonken, en dus bleef ze liggen. Maar nu, drie dagen later, beginnen de beelden te vervagen. Nee, in elkaar over te lopen. Het is tijd voor actie.

Ben ligt in haar armen en slaapt. Zijn blote voetjes steken onder de wikkeldeken uit. Schattige, roze voetjes. Met nageltjes en al. Zijn handjes houden elkaar vast. Hij ruikt naar Zwitsal en zure melk. Bij zijn oortje plakken zijn haartjes aan elkaar. Alice voelt zijn warme lijfje door de stof heen. Zijn luierkontje in haar hand. Dit is haar kindje. Blijkbaar.

'Oscar!', ze roept zo plotseling dat Ben verschrikt zijn armpjes spreidt.

dinsdag 12 november 2013

Teugels

Toen ik vannacht over straat liep, zag ik mensen met groene slierten om hun nek. Gifgroene slierten, die gilden als een stel huilende katten. Ik hoorde het, ik zag alles.
  De mensen liepen door, alsof er niets aan de hand was. Een kleine jongen bleef even staan, slapend of in ieder geval slaperig. Hij zag niets dat hem zou kunnen verstoren. Een vrouw kwam op me af gelopen. Ik kende haar direct en wist dat zij een ijzeren wil had. Ik hield van haar om alles wat ze me zou kunnen leren. Ik haatte haar superioriteit.

Oh, hoe ik zou willen schreeuwen dat ik dit nooit droomde. Dat dit is wat ik moet schrijven voor ik überhaupt kan gaan slapen.
  En ik weet dat het verder gaat. Want de slierten klaagden tegen elkaar, op het moment dat de mensen langs elkaar liepen. Hoe dichter ze bij elkaar kwamen, hoe meer de slierten verkleurden van gifgroen naar bloedrood.
  De mensen keken naar mij, vonden mij raar. Omdat ik eruitzag als iemand die gekleurde slierten om hun nek zag hangen. Bewegende teugels.

En we bleken nooit meer dan toneelpoppen te zijn geweest.

maandag 4 november 2013

Zending

Zonder nog om te kijken, loopt ze bij het altaar vandaan. Het briefje stevig in haar hand geklemd. De mensen in de kerk letten niet op haar, hebben waarschijnlijk niets gezien. Even hadden ze elkaars hand aangeraakt en werd het allemaal heel werkelijk. Niet zoals de dromen die ze de laatste weken had. Nee, dit was de realiteit. Dit was de reden waarom ze zich twee jaar geleden op de stoep van het oude gebouw aan de Willemstraat had gestationeerd. Niet weg was gegaan tot ze naar haar hadden willen luisteren.
Even had ze de warmte van zijn hand gevoeld, toen hij het briefje in die van haar drukte. Beheerst.

Buiten schijnt de zon. Er zijn veel mensen op straat, allemaal op zoek naar iets anders. De kerkklok slaat twaalf uur. Dat betekent dat ze allebei te vroeg waren. Uit haar handtas pakt ze haar zonnebril en zet die op. Het briefje glijdt onopvallend de tas in. Een man botst tegen haar aan als hij een foto wil maken van zijn gezin en daarbij blindelings achteruit loopt. Het lukt haar om luchtig naar hem te lachen als hij zich uitgebreid begint te verontschuldigen.
Ze moet naar het station nu.

woensdag 30 oktober 2013

Mijnheer Coolsen (introductie)

Kwam Richard hem nou vandaag ophalen? Maar dan zou hij er al geweest zijn, want het is twaalf uur. Hoe lang duurt zo'n treinreis naar Amsterdam? Nee, het was niet vandaag. Het zal volgende week vrijdag zijn.

Voor de zekerheid gaat hij zich toch maar even scheren. Niet dat het veel zin heeft. Een uur naderhand ontkiemen vaak al donkergrijze en zilvergrijze stoppels op zijn afhangende wangzakken.
   Met scheerschuim op zijn gezicht en het scheermesje in zijn hand bekijkt hij zichzelf in de spiegel. Herkent hij nog iets van vroeger? Zijn ogen zijn fletser geworden en vallen haast weg in hun kassen. Zijn blik is ontevreden. Onheilspellend bijna. Alsof zijn ogen zeggen: 'Laat mij met rust.'
   Maar is dat ook niet zijn hele houding tegenwoordig? Laat mij mijn gang gaan. Kijk niet naar mij. Zeg vooral niets tegen mij, want ik ben een vervelende oude vent. Wil je graag afgeblaft worden, dan ben je bij mij aan het juiste adres.
   Die zustertjes ook altijd met hun bemoeizuchtige vragen. Of je al naar de wc bent geweest vandaag. En met wie dan. Of je alsjeblieft even je pillen wilt slikken, zodat ze naar die andere vervelende man van hiernaast kunnen gaan.

Met een grove kam probeert hij zijn haar te bedwingen, maar zoals altijd tevergeefs. Als een zilverwitte suikerspin staat zijn dunne haar onnatuurlijk hoog op zijn hoofd. Een extreem lelijke pruik van spinrag die ogenschijnlijk los op zijn schedel ligt.

donderdag 24 oktober 2013

Mooie hond

Mijn man vertrok naar Hellendoorn en een uur later botste ik letterlijk tegen een andere man op. Eentje met een hond. Hij keek me een moment gepikeerd aan, wat bij de omstandigheid paste. Ik mompelde halfslachtig een verontschuldiging, maar de man marcheerde verbeten verder. Onze affaire leek daarmee afgerond, en ik nam de gelegenheid te baat hem grondig na te kijken. Een lange, slanke man van middelbare leeftijd. Iets te verzorgd.
Plots draaide hij zich om. De hond liep door, maar werd met een klein rukje aan de riem verwittigd.
  'Doe de groeten aan je vriendin Carolien', sprak de man. Ik veronderstelde dat hij het tegen mij had.
  'Van wie?', vroeg ik daarom.
  'Van die man met die mooie hond', zei hij. Daarna stiefelde hij voldaan verder.

Dus heeft u de aandrang om iemand de groeten te doen? Koop een mooie hond.

zaterdag 19 oktober 2013

De trein

Dit gedeelte van de stad ken ik niet. En ik heb het koud, zo koud. Hier stond vanmorgen toch een schoolgebouw? Waar is alles gebleven? Ik kijk naar de wereld. Een glimp, iets bekends? Maar och, hoe lang is het geleden. Lopen, blijven lopen.
   Mijn haren vallen voor mijn ogen. Ik weet één ding: ik móet mijn trein halen. Nog tien minuten lopen. Tenminste, dat zei die meneer daarnet. Mannen zeggen het zelden eerlijk als ze de weg niet weten. Dus misschien moet ik nog wel drie kwartier lopen. Of loop ik helemaal de verkeerde kant uit. Wie weet. Dan haal ik de trein niet. En wat dan?
   De grond trilt. De metro raast onder mij voorbij. Maar de metro brengt mij niet bij mijn vader.
   Ik ben volledig doorweekt. Het wil maar niet stoppen met regenen. Ineens besef ik met een schok wat hij vanmorgen tegen me zei.
   "Het wordt een bijzondere dag vandaag," zei hij, "een dag als geen andere."
   Tja.

Daarnet tijdens het sollicitatiegesprek ging mijn telefoon. Wie neemt in vredesnaam zijn telefoon op tijdens een sollicitatiegesprek. Wie laat zijn telefoon überhaupt aan staan? Maar ik nam op. En ik hoorde een vreemde stem:
   "Mevrouw Gillius?"
   "Ja?"

woensdag 9 oktober 2013

Wachtgeld

Steeds vaker klinkt er kritiek op de wachtgeldregeling voor politici. Zijn onze bestuurders echt zulke 'graaiers' en 'zakkenvullers'?

Neem nou burgemeester Rehwinkel van Groningen. Die goede man legt zijn functie neer om vrijwilligerswerk te gaan verrichten in Barcelona. Heel nobel van hem. Ook de inwoners van Groningen zijn te loven, want zij zullen het project mede gaan bekostigen. De heer Rehwinkel heeft namelijk aangegeven gebruik te maken van zijn recht op wachtgeld. Een recht dat automatisch voortvloeit uit de huidige wachtgeldregeling voor politici. De lokale politiek in Groningen is 'not amused'.

Of raadslid Bert van der Roest. Hij stal voor zeker 40.000 euro uit de kas van de Daklozenkrant. Het bedrag dat hij onrechtmatig vanuit de Stichting Straatnieuws Utrecht overmaakte op zijn privérekening, gebruikte hij voor vakanties. Ook gaf hij graag rondjes in de kroeg. Inmiddels heeft Van der Roest zijn raadszetel ingeleverd, en ook hij heeft recht op wachtgeld.