Zodra
de deur openging, rook ik de geur van natte hond. En van doorweekte sokken. Aan
de kapstok hingen drie vale, groengrijze jassen en op de grond stonden drie
paar wandelschoenen. Zonder iets te zeggen, liep ik naar binnen. De deur naar
de kamer stond open en ik hoorde pianomuziek. Gestuntel eigenlijk.
De houten vloer vertoonde grote kieren. Ik beeldde me in dat daar in die donkere spleten harige spinnen huisden. De vloer
kraakte onder mijn gewicht. Met elke stap die ik zette,
kropen de spinnen verder weg in hun grotten.
De woonkamer was opmerkelijk licht. Witte
muren, witte kasten, witte tafel en zelfs een witte piano. Eindelijk gaven we
elkaar een hand.
'Maurits van Gelder'
'Hallo Maurits, Sietske Reusel'
Ik knikte naar de jongen die achter de piano
zat te zweten. Hij zag me niet. Sietske nam plaats op de stoel naast de
pianokruk en gebaarde mij dat ik op de witte, leren bank moest wachten.
In Sietskes witte boekenkast stonden precies
vijf boeken. De overige ruimte werd ingenomen door een keur aan porseleinen
beeldjes van verschillende honden. Witte herders, Schnauzers, Bloedhonden, zo'n
irritant Keeshondje. Aan de muur hing een kleurenschets van een klein
schoothondje. Zo eentje met een rood strikje in het haar. Alleen had dit
exemplaar een wit strikje. Op de schouw stonden wat fotolijstjes.
Foto's van mensen, godzijdank. De open haard was zo te zien onlangs nog
gebruikt. Er lagen verkoolde houtblokken in en er zaten zwarte vegen op de
witte stenen. Naast de open haard op de grond stonden een aangebroken fles wijn
en drie glazen.
Stuntel
stopte met spelen en klapte zijn lesboek dicht. Ik knikte nogmaals naar hem.
Tijd om op te staan en zijn plaats in te
nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten