dinsdag 1 oktober 2013

Plaats van handeling

Zodra de deur openging, rook ik de geur van natte hond. En van doorweekte sokken. Aan de kapstok hingen drie vale, groengrijze jassen en op de grond stonden drie paar wandelschoenen. Zonder iets te zeggen, liep ik naar binnen. De deur naar de kamer stond open en ik hoorde pianomuziek. Gestuntel eigenlijk.
   De houten vloer vertoonde grote kieren. Ik beeldde me in dat daar in die donkere spleten harige spinnen huisden. De vloer kraakte onder mijn gewicht. Met elke stap die ik zette, kropen de spinnen verder weg in hun grotten.
   De woonkamer was opmerkelijk licht. Witte muren, witte kasten, witte tafel en zelfs een witte piano. Eindelijk gaven we elkaar een hand.
   'Maurits van Gelder'
   'Hallo Maurits, Sietske Reusel'
   Ik knikte naar de jongen die achter de piano zat te zweten. Hij zag me niet. Sietske nam plaats op de stoel naast de pianokruk en gebaarde mij dat ik op de witte, leren bank moest wachten.
In Sietskes witte boekenkast stonden precies vijf boeken. De overige ruimte werd ingenomen door een keur aan porseleinen beeldjes van verschillende honden. Witte herders, Schnauzers, Bloedhonden, zo'n irritant Keeshondje. Aan de muur hing een kleurenschets van een klein schoothondje. Zo eentje met een rood strikje in het haar. Alleen had dit exemplaar een wit strikje. Op de schouw stonden wat fotolijstjes. Foto's van mensen, godzijdank. De open haard was zo te zien onlangs nog gebruikt. Er lagen verkoolde houtblokken in en er zaten zwarte vegen op de witte stenen. Naast de open haard op de grond stonden een aangebroken fles wijn en drie glazen.

Stuntel stopte met spelen en klapte zijn lesboek dicht. Ik knikte nogmaals naar hem.
   Tijd om op te staan en zijn plaats in te nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten